Blog

alles wat je moet weten over de Wet kwaliteitsborging
Terug naar overzicht
wet en regelgeving

alles wat je moet weten over de Wet kwaliteitsborging

Je hoort er bijna niemand over. De Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) is een ondergeschoven kindje. Ook wel begrijpelijk, het gaat tegelijkertijd in met de gigantische Omgevingswet. Maar geen zorgen. Onze professionals vertellen je in dit artikel alles over de impact, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

Pssst, wist je dat jij bij koen een opleiding tot casemanager omgevingsvergunningen onder de Omgevingswet kan volgen? 

Waarom deze wetsverandering?

“De bedoelingen zijn goed,” benadrukt Jeroen Hoevenaars, adviseur Wabo en bouwregelgeving bij koen in het ruimtelijk domein. Het idee van de Wet kwaliteitsborging is dat de bouwkwaliteit omhoog gaat. Onder deze wet verschuift de toetsing en toezichthouding op bouwprojecten van gemeente naar de private sector.

Jeroen: “De gemeente kan niet 100% toetsen. Dat is te duur en er is geen capaciteit voor. Waar de gemeente noodgedwongen moet leven met een zesje of zeven, zal de private sector niet wijken voor lager dan een negen.”

Zelf bepalen

“Het bevoegd gezag heeft ooit gezegd: we gaan werken volgens protocollen op speerpunten,” vult John Kootkar aan, projectleider en adviseur fysieke leefomgeving bij koen. Er zijn pijlers bepaald zoals veiligheid, bruikbaarheid, gezondheid, energiezuinigheid en milieuvriendelijkheid. Veiligheid en gezondheid komen overal aan bod, in welke gemeente je ook zit.

“Maar verder kan de gemeente zelf bepalen welke pijlers zij belangrijk vinden. Je krijgt dus uitgeklede toetsen momenteel en in elke gemeente is de focus weer anders. In de private sector wordt de toets weer volledig. Bedrijven moeten wel, anders lopen ze een te groot risico.”

"Degene die de vergunning aanvraagt en uitvoert is verantwoordelijk. De initiatiefnemer dus. Dat kan een bedrijf zijn, maar ook een burger. Als de aannemer er vervolgens een potje van maakt, ontstaat er een groot probleem."
Jeroen

Leuk bedacht, maar..

Ondanks de goede bedoelingen is er veel weerstand op de wetswijziging. Het heeft dan ook serieuze nadelen. De private sector is veelal gelieerd aan verzekeringspartijen. Die willen marge pakken, winst maken en hun risico’s beperken. Daarom zullen zij meer tijd in de toetsing en toezichthouding steken en alles strenger in de gaten houden. “Die laten de handjes flink wapperen,” knipoogt John.

De initiatiefnemer krijgt dan wel een veel betere kwaliteit, maar moet ook dieper in de buidel tasten. Ook zal de initiatiefnemer meerdere partijen moeten inhuren. De partij die de toetsing doet, mag namelijk niet ook de toezichthouding doen.

Wie is verantwoordelijk?

Nog een aandachtspunt. Als de aannemer tijdens de bouw afwijkt van de vergunning of de geldende regelgeving, kan de toezichthouder alles stilleggen. In het ergste geval wordt de bouw afgerond, maar geeft de toezichthouder een negatief eindrapport af. Dan kan de gemeente de ingebruikname van het pand blokkeren of zelfs eisen dat het wordt afgebroken.

“Degene die de vergunning aanvraagt en uitvoert is verantwoordelijk,” legt Jeroen uit. “De initiatiefnemer dus. Dat kan een bedrijf zijn, maar ook een burger. Als de aannemer er vervolgens een potje van maakt, ontstaat er een groot probleem. Initiatiefnemers moeten dus zorgen dat zij de verantwoordelijk doorschuiven naar de aannemer in het contract dat ze met elkaar aangaan. Aannemers zullen daar niet blij mee zijn.”

Het artikel gaat hieronder verder.

Onbetaalbare projecten

Wat is namelijk het geval? Aannemers zullen voortaan echt volgens het plan moeten bouwen. Aanbestedingen zijn competitief. Met de komst van de Wet kwaliteitsborging kunnen aannemers geen lagere offertes meer uitbrengen met het idee dat ze later kunnen beknibbelen op bijvoorbeeld materialen of bouwprincipes. Gaan de kosten voor bouwprojecten de pan uitrijzen daardoor? De tijd zal het leren.

Gefaseerde implementatie

De Wet kwaliteitsborging gaat gefaseerd in met drie gevolgklassen. De wet is eerst alleen van toepassing op risicoklasse 1, ofwel eenvoudigere bouwwerken zoals woningen en kleinere kantoren. Na twee tot drie jaar volgt er een evaluatie. Daarna besluit de wetgever of gevolgklasse 2 aan beurt komt met grotere projecten. Jeroen: “De praktijk moet uitwijzen wat ervan terecht gaat komen.”

Gevolgklasse 3 zijn projecten met een groot maatschappelijk belang en/of impact op de infrastructuur. Denk aan de bouw van ziekenhuizen en stations. De wetgever wil dat de gemeente daar met de neus bovenop staat. Zoals het er nu uitziet, blijft de toetsing en toezichthouding van deze projecten bij de gemeente liggen. Het idee is dat de gemeente daarvoor capaciteit krijgt, doordat klasse 1 en 2 naar de private sector gaan. Zo kan de toezichthouding op klasse 3 geïntensiveerd worden. In theorie dan.

"De applicaties en workflows moeten aangepast worden. Het is best wat om allemaal goed in te richten, dus tijdig beginnen."
John

Wat moet de gemeente nu doen?

Gemeenten zijn er over het algemeen nog niet zo mee bezig. De veel grotere Omgevingswet slokt alle aandacht op. Jeroen tipt om zo snel mogelijk pilots te gaan draaien samen met initiatiefnemers. Bijvoorbeeld met een korting op de aanvraagkosten bij de gemeente, zodat er budget vrijkomt om in private toetsing en toezichthouding te steken. “Zo kunnen alle betrokkenen alvast bekend raken met deze nieuwe manier van werken.”

Verder moeten de applicaties en workflows waar gemeenten mee werken worden aangepast voor risicoklasse 1. “Verschillende deelzaken vervallen. Constructie en energieprestatie om maar een paar te noemen. Die hoeven we niet meer uit te zetten. Het kan dus uit de workflow,” stelt John. “Wel willen we deze zaken achteraf steekproefsgewijs toetsen. Dat moet dan ook in de workflow. Het is best wat om allemaal goed in te richten, dus tijdig beginnen.”

wat betekent de Wet kwaliteitsborging voor jou en jouw gemeente?

Met welke veranderingen krijg je te maken en hoe ga je daarmee om? Daarover sparren we graag met jou. Bel of mail Robert Pachen voor een vrijblijvend gesprek via 06-83 25 36 05 / r.pachen@koen.com.